dinsdag, februari 14, 2006

3.5

Zo'n drie en een halve kilogram fruitella's later besef je dan dat je aan het overdrijven bent. Een gewaarwording van stormen op zee, vis die aan de ramen blijft kleven en een belevenis als geen ander. Ik wil uit m'n bokaaltje, want het is er te zout en te vochtig, de kreet in het donker die een echo gedicht opzegt. Toen Hansje Pansje Pingeling vanmorregenvroeg naar huis toe ging, toen vond hij bij het kippenhok een toverstok... ik eindig met een luide bons op de grond en ik vervloek de moment waarop ik een stop in de tuin heb gezet, random random we willen eruit zonder dralen, krakend ik hoor je verhalen.
Ik ben het bont aan't maken, want ik hoor een tikketike-tak overal dezelfde regelmaat en de panduliumquantumdraden om me heen; ze vertellen dezelfde verhaaltjes terwijl ik in hun gezicht lach. Ze hebben niets door omdat ik weet naar waar ik kijken moet. Als een Reinaard de Vos figuurtje die z'n rol weet te spelen spring ik door hun verhaaltjes. Stop, forward, pause, play, rewind forward, skip, de tracks in het midden zijn het best. Nog niet geript. Ze weten niet dat ik het haat, ze weten niet dat ik het meen. De mensen zijn net grote balonnen in de lucht, en ik de ontsnapte pelikaan. M'n bek is niet scherp genoeg, m'n vleugels verlamd door olie. De mensen drijven weg, met de wind mee die ze zelf uit hun nek blazen. Naar warme oorden waar niet-rand-kant weet. Ring ring, de gasbibliotheek schreewt het uit, ik ben kapot, de anticipatie van de kaartjesknipper, een reeds geknipt kaartje vinden op de trein. En je weet dat Hitler DNA iets fantastisch had gevonden. Tante Terry ook trouwens. Wie weet fietsen ze samen rond in de hell op een tandem van plastiek. 'Wij zijn de plastiekjes, wij zijn de plastiekjes', ... ik was een kleuter toen er al groene mensen ronddansten in belachelijke toneelstukjes. Ze wilden ons inprogrammeren dat de wereld naar de verdoemenis ging door alle milieuproblemen. 'De kat' zweefde over touwen om het milieu te redden; en ik zweeg. Ik lachte hen uit vanbinnen, waar er olie zit, waar het raderwerk op gang begon te komen. De Cylon tussen jullie rij brave kinderen, de man die ooit een ambassade zou opbalzen of het land verkopen aan koloniserende ruitewezens. De man die in z'n eigen wereld een imperium aan supersoldaten en slaafse wetenschappers leiding gaf, die zich niet bekommerde over een blikje of plastiekje. Ze geven boekjes uit nu. Ze zij trots en oud. Ik moet naar de WC.

Geen opmerkingen: