zondag, januari 29, 2006

dans door de dag

Verbazend toch, hoe ongelofelijk marginaal, en typerend je omgeving kan zijn.
Gisteren zat ik door omstandigheden in een Chinees restaurant. Het was er nieuwjaar voor de familie die de zaak uitbaat, dus daarom kregen we een extraatje. Het was gezellig, de extra drankjes gingen vlot binnen (en ook naar buiten naderhand).

Wat me echter opviel was de verscheidenheid aan klanten. Dit restaurant is in Deurne-Zuid gelegen moet u weten. Altijd een garantie op schokkende ontdekkingen als het aankomt op het bovenhalen van je inwendige Desmond Morris. Afgezien van de ietwat flauwe etenswaren die we er kregen is het er normaal gezien aangenaam toeven. Ik bestelde een zeer-zeer-pikante schotel runderlapjes op Chinese wijze, maar die smaakten eerder alsof men er suiker had opgestrooid dan enig stevig kruid, verder was het wel lekker genoed om je geld niet terug te vragen of de garçon uit te schelden voor rotte vis.
De zaak was echter gevuld met mensen die net hun geld hadden ontvangen van diverse organisaties die net in het leven zijn geroepen om de financieel of intellectueel minderbedeelden onder ons niet van honger te laten omkomen en de fragile economie draaiende te houden op korte termijn.
Sommige van deze klanten waren klaarblijkelijk zo erg geoefend in het geld incasseren via deze weg, dat ze er luid smekkend en bellend over pochten terwijl ze scheel van de honger fluo-roze kroepoek naar binnen slokten. Ze hadden waarschijnlijk zo'n vreselijke eetlust omdat je tussen Schoten, Wijnegem en Borgerhout in een Soviet-gebied terecht komt waar niet veel winkels zijn. Waar men ook niet echt wakker ligt van kwalitatief eten te pakken krijgen. Waar men eerder rondwandelt met te dikke ongezonde honden, velgen oppoetst van Seat Ibiza's, op de lotto speelt en de letter "a" uitspreekt als "ij-a" en wars van alle seizoensgetijdingen gekleed gaat in opzichtige trainingspakken.
Zo ook was deze Chinees bevolkt door het soort opvulsel dat onze maatschappij nog een aardige duit gaat kosten aan herprofilering van onze DNA strings binnen x-aantal generaties, tenzij ook dat tegen dan al niet meer nodig zou blijken vermits we allemààl op dat niveau zijn afgezakt. Wie weet evolutie is iets moois.

Maar terzake, de tafel naast ons, daar zat een man die het hele restaurantbezoek lang met z'n gsm aan het telefoneren was met verschillende mensen. Een keer met een familielid, de tweede met een Franstalige vriend en de derde een Engelstalig persoon. De talenknobbel van de gemiddelde Deurnenaar is al niet zo erg ontwikkeld denk ik (bewijze hiervan de vele dt-fouten in mijn blog:) maar toch denk ik dat deze man een vrij lamlendige indruk moet hebben gemaakt op zijn Franstalige gesprekspartner.
Zinnen als "Mais oui, zje va on vacaanse avec leu aussi nespa, mon chien va là aussi avec moi, Blackie. No Non, je suis telefene avec mon portable". Ik verzin het niet, de man zijn hond noemde Blackie ook nog ... de familie Backeljauw is nooit veraf hier in de buurt. Snelle Eddy ook niet trouwens.
Tijdens deze gesprekken stak hij systematisch dingen in z'n mond om er dan tijdens het gesprek luid op te smekken, achteruitleunend met een arm over de leuning. Het was buiten koud en de man droeg een winterse muts die hij als fashion-statement op zijn hoofd hield tijden het verorberen van nasi-goreng met frietjes en kipsaté. Het wijf, want dat was het, dat over hem zat was van een zelfde allooi. Of hoe de natuur er altijd weer in slaagt ook de meest slonzige passieve achterlijke mensen aan elkaar te koppelen, gesteld dat ze opdagen in dancing-gelegenheden, op voetbalmatchen of tijdens bijeenkomsten uit het verenigingsleven. Meestal gewapend met de wil om voort te planten en proper ondergoed.
Ze zat erbij met een kapsel dat je ook wel eens ziet bij leden van kinderpunkgroepjes of ander studio100 gebroed. Het misstond haar uiteraard. Ze deed heel het restaurantbezoek haar mond niet open, tenzij om er eten in te schuiven en synchroon te beginnen smekken met haar werderhelft. Zoveel respect voor elkaar. De rest van de zaal was al niet veel beter inzake positieve uitstraling: een paar oude knarren, een gezin waarvan de kinderen met honger van tafel gingen, mensen die koopwaar bij hadden in een draagtas op wieltjes en een koppel lesbische oude tantes die iedereen vuil zaten te bekijken van achter hun veel te kleine brilletjes. Ze aten vis.
Niet dat ik er zo fris bij zat zelf. Ik was net enig nuttig werk gaan verrichten namelijk. Het uitzicht doet er dan niet toe, ik maakte al zeker geen lawaai om m'n gsm te laten opvallen (so 90's).
Al kan het opgaan in de massa niet verbazen hier. Wanneer je meer dan 20 jaar in deze zone leeft kan je er niet aan ontsnappen uiteraard. Of toch? Ik heb plannen soms.
Ik kots soms van mensen. Het eten heb ik deze keer binnen gehouden.

vrijdag, januari 20, 2006

ATSLAPNXJZPF 557

Na zowat alles in de wereld komt er helemaal niks. Je zit in je strandstoel en wacht op de zonsondergang, en die komt maar niet. Je ziet enkel wolken en mensen met beige regenjassen aan.
De thema's die je tof vond en de korsten op je lip, zijn even irritant geworden dan de geluiden om je heen. Kan je me horen? Nee ik slaap? Ik sluit me af wanneer ik wil, want er is niemand die me wat nieuws te vertellen heeft. Lege gebouwen en mensen vol spijt. Ik zoek op het net en vind niets naar waarde. Ik bestel vlug een kaart, er is wat te doen. Iedereen weet het, maar ze zwijgen allemaal. Reputatie zonder bloemen.
Er vroeg een man me of ik iets wilde doen met z'n computer. Ik zei hem: 'Nee, waarom vraagt u dat aan mij? Ik ken u niet eens.' Er bleek iemand iets tegen hem gezegd te hebben, vermoedelijk m'n ma. Ik wil weg uit deze buurt, iedereen weet wie ik ben, maar ze zeggen niets. Ik parkeer met te veel ruimte en ik ben wakker als ze slapen. Laat me maar verdwijnen, ik heb het truukje door.

donderdag, januari 19, 2006

zinnen...

Ik ben moe. Mentaal is het al een zware week geweest. Momenteel aan het in scènes gieten van een verhaal dat ik ooit eens geschreven heb; en verder alle kortverhalen, en korte schrijfsels allerhande aan't verzamelen om samen met B. uit te zoeken wat we nodig hebben om tot onze creatie te komen. We hebben dan toch maar plannen beginnen maken om samen te werken aan eits concreets. Iets in het Engels, een boekje dat we op een vrij originele manier gaan slijten... maar daarover meer later als het allemaal afgewerkt is uiteraard.
Ik snap nu waarom zoveel schrijvers en andere mensen die die richting uitgaan in het onderwijs staan. Ze kunnen dan naar hartelust schipperen naargelang ze dingen willen afwerken over verlof zonder wedde willen nemen. Je krijgt er natuurlijk wel krijtvingers van en een floeren-broek fetish.
Ik vind het scènes en scenario's uitschrijven eigenlijk wel veel plezanter dan verwacht. Waarschijnlijk omdat je daar toch een zekere vlotheid van schrijven in kan laten leven zonder tegen al te veel taalpuristen aan te botsen. Maar ok, alles heeft zo z'n nadelen, bijvoorbeeld het feit dat het enorm tijdrovend is. Maandag moet het allemaal af zijn en het moèt goed worden eigenlijk... ik wil dit echt doen slagen. Jammer dat ik niet nu, maar binnen 2-3 weken pas verlof heb. Aangezien de skivakantie waarschijnlijk niet gaat doorgaan voor mij zal ik me maar bezig houden met iets nuttigers. Ik had echt geen zin om tussen een hoop kwelende Franse kinderen te gaan zitten in de sneeuw dabben, de periode tijdens de Krokusvakantie blijft zo'n beetje het Molokaï van de verlofperiode's eigenlijk. Anyway, ... ik verzin wel iets. Ik ben blij dat ik haar weer terug hoorde, en soms zegt 1 zin genoeg om duidelijk te maken dat je er niet bij hoort, of net wel. Ze is daar goed in. Het is goed zo. Niet te veel en niet te weinig zeggen, want mensen praten veel te veel. In meetings confcalls en op straat. De inhoud is meestal te herleiden tot 'ik heb drie punten en jij twee" 'nee, ik heb er vier, jij maar twee'. En zo kan je uren vullen, zonder dat er wie dan ook wat bij wint of aan heeft. Op't einde stink je naar elkaars hond of krijg je hoofdpijn. Ik eet te veel chocolade en drink te weinig water. Da's niet erg. Iedereen rond me neemt pillen en ik niet.

zondag, januari 15, 2006

de trein naar nergens

Door het werk ben ik verplicht een en ander lange tijd van te voren te plannen wanneer ik wil op reis gaan. In dit geval had ik vaagweg een skivakantie in mijn hoofd.
Het is schandalig lang geleden dat ik dat nog heb gedaan. Nu het echter bijna zo ver is (de vakatnie begint op 13 februari) moet ik echt beginnen plannen zo blijkt. Zowat iedereen wil zo te zien op andere datums weg te willen gaan dan tijdens de twee weken die ik heb moeten reserveren bij de planning eind vorig jaar.
Het aloude probleem duikt dus weer op: alleen gaan of weer een bedeltocht beginnen naar geschikte mensen die wel mee kunnen en willen voor deze periode.
Ik ben dat eigenlijk beu. Waarom zou ik trouwens nog gaan? Het kost veel geld, het is vermoeiend en eigenlijk zijn er nog zoveel andere dingen die ik eens moet doen.
Mijn oude droom om gewoon een trein op te springen en maar te zien waar ik terecht kom kan misschien ook nog eens verwezenlijkt worden. Ik ben geen avontuurlijke reiziger eigenlijk. In gedachten willen we allemaal wel klimmen, door wouden trekken, lekker exotische oorden bezoeken en andere culturen leren kennen uiteraard. Het is echter zo dat de meeste van zulke trips me nogal geplanned overkomen, of zelfs uitmonden in hotels en reservaten voor dikke Duitsers en zatte Nederlanders. Er zijn zeker nog alternatieven, maar ik heb te veel respect voor de lokale bevolking van diezelfde 'andere culturen', om me er naartoe te begeven met de visa card in de hand en de verwachtingen van elke Westerse toerist. 'Laat die mensen maar met rust', denk ik dan.

Ik zit dus met twee weken ingeplanned, die ik moeilijk nog kan verplaatsen of veranderen; en waar ik weer geen blijf mee weet. Feit is dat ik niet goed weet waarom ik eigenlijk verlof neem, buiten het-niet-op-het-werk-moeten-zitten, is er niet echt veel reden toe. De werksituatie is fel verbeterd, dus vluchten hoeft niet meer als dusdanig. Een week naar wat series op de PC kijken heb ik al gedaan, en een paar dikke boeken uitlezen ook. Dus wat kan je nog zoals doen?
Ja lekker gezellig alleen naar een tropisch oord gaan en daar cocktails drinken en naar mensen starten. Je kan er alleen maar derpressief van terug thuis komen, de mensen lachen altijd in de zon. De stranden blaken van geluk, de lucht is blauw. Ik eet graag vis. Neen, ik denk dat ik eens iets freaky moet bedenken, want ik val weer in een coma. Er valt momenteel niet aan te twijfelen dat de routine te totaal, te trefzeker tergend toeslaat tegenwoordig. Het jaar is 3 weken ver en ik ben al bored. Ik heb het script waaraan ik bezig was voor de academie weggegooid. Eenvoudigweg te stom voor woorden, de opdracht is iets waarbij ik het simpel moet houden. Dat kan ik niet. Simpel is niet simpel.

vrijdag, januari 06, 2006

Alles is oorlog. Tot de mensen in de straat toe. Gisteren parkeerde ik de wagen in een straat verderop van waar ik woon. Aangezien meer en meer kredietkoppels in 4x4 wagens rondrijden en zich uit pure onkunde parkeren op een plek waar normaal twee auto's kunnen staan, is er in mijn eigen straat zo goed als nooit plek. Toen ik goed en wel in de gevonden plaats stond, stopte er een andere auto bruusk naast me en toeterde. Een vrouw van ongeveer vijftig, tuttebelbrilmontuur, scheve permanent en een zuignap-mond, keek me boos aan en schoof haar raam naar beneden.
'Kan je niet dichter bij die andere auto gaan staan? Je neemt te veel plaats in!' Ze leek duidelijk over haar toeren door haar harde dag werken die ze achter de rug had, want op de achterbank stonden wel vijf draagtassen van allerlei kledingsmerken.
'Dat kan ik inderdaad, maar dan zit die dikke auto achter mij wel in de problemen, en die neemt ook al twee plaatsten voor zich.'
'Ja en dan moet gij dat ook doen of wat?', zei ze. Die "of wat" is wel grappig, dat hebben de lokale inboorlingen van deze prutsgemeente overgenomen van de door heen meestal zo verafschuwde migranten. Al spreken die het iets anders uit met een wà op het einde van de zin.
Ik ging verder. 'Nee, u begrijpt het niet, ik kan in mijn straat door diezelfde mensen niet meer parkeren, daarom ga ik hier staan. Maar omdat ze steeds tegen mijn auto oprijden omdat ze niet kunnen kijken of rekening houden met een aander, neem ik nu zelf ook ruim afstand al ik achter of voor zulke auto's sta'. Ik wees naa de BMW 4x4 die de plaats achter mij innam, schuin geparkeerde, ruim twee plaatsen innemend en een halve meter van de stoep af.
Ze reed door en nam de parkingplek voor mijn wagen in, zich zo dicht mogenlijk tegen mijn auto aangedrukt. Eens uitgestapt vergat ze zelfs haar boodschappen uit te laden en begon ze opnieuw. 'Als iedereen zo gaat doen is er hier achtereen helemaal geen plaats nimeer!'
'Ah, inderdaad mevrouw, dat klopt, maar ik rijd met een klein autootje, dus ik zal al zeker meer kans hebben om toch nog te kunnen parkeren dan.' Ik begon ook "u" te zeggen, want zoals je weet betekend dat 'trut' in Antwerpen. 'Als u wil klagen, ga dan naar die mensen die een te grote auto kopen en er niet mee kunnen parkeren, die zijn er mee begonnne hier.'
Ze ging naar binnen, niet goed wetende wat te zeggen.
Een kwartiertje later ben ik toch nog weg gemoeten met de wagen. Toen ik vertrok keek ik naar de vrijgekomen plek. Een gigantische parkeerplaats, waar je nauwelijks nog bij kon, en waar haar auto in het midden prijkte. Ik glimlachte en reed door.
Oorspronkelijk had ik er niet eens bij nagedacht. Die trheorie kwam in me op, puur om het mens op stang te jagen, want in feite parkeer ik altijd normaal. Enkel gisteren wilde ik niet al te dicht bij de auto achter me staan aangezien het duidelijk iemand was met rijproblemen. Maar who carse? Ik hoop in ieder gaval dat het mens in kwestie er zich lekker druk heeft over gemaakt.
Alles is oorlog eigenlijk, voor elke morzel grond, punten, geld, aanzien, eten, plaats en tijd is er wel een of andere achtergrondstrijd bezig.