Recentelijk voerde de Kinepolis-groep de gereserveerde bioscoopplaatsen in.
Blijkbaar was het te moeilijk voor bepaalde filmbezoekers om op tijd op te dagen aan de cinemazaal om zodoende een goede plek te bekomen. Dus heeft men er weer een typische "service" aan gekoppeld (lees: meerwaarde trachten te toveren waar er geen zit). Een service die waarschijnlijk in het hoofd van een marketingboy voor een diepere invulling van het cinemabezoek concept moet zorgen en vertical-revenue-adjustements veroorzaakt of van die bullshit.
Goed gezien misschien van hun businessmensen, maar als klant en kritiek-addict heb ik hier iets tegen.
Waarom moet alles, maar dan ook àlles, op basis van reservatie gebeuren tegenwoordig?
Zijn de mensen zo voorgeprogrammeerd aan het leven deze dagen dat ze zelfs het risico op een slechtere plek in een cinemazaal niet meer aankunnen? Zijn ze allemaal zo kleinzielig geworden dat ze lekker gesetteld zich niet de moeite willen troosten op tijd aan de kassa te staan van een cinémazaal? Op zich is dit niet echt een moeilijke opgave. Je kijkt wanneer de vertoning begint, calculeert er een half uur af en je vertrekt OP TIJD naar deze plek, rekeninghoudend met de reistijd tussen A en B. Eenvoudig en doeltreffend, mensen doen dat al jàren zo... mensen die op tijd zijn althans.
Deze obsessie met alles zeker op voorhand te willen vastleggen blijft trouwens ook niet bij bioscoopzalen alleen. Ook andere vormen van entertainment moeten er stilaan aan geloven.
Je kunt in deze tijd waar zelfs een viswinkel een online reservatiesysteem heeft, geen restaurant meer binnenstappen 'op-het-goed-valt-het-uit' want dan wordt je steevast de deur gewezen (ook als is de zaak nagenoeg leeg) omdat er 'gereserveerde' tafels zijn. Gereserveerd voor mensen die zelf het verorberen van een steak met fritten of een croque-monsieur op voorhand vastleggen om toch maar zeker niet te moeten zoeken naar een restaurant dat nog plaatsen heeft. Even avontuurlijk gaan rondlopen of iets nieuws ontdekken is er dus niet meer bij.
Ik ging vroeger wel eens op't laatste nippertje naar Metropolis, gewoon omdat ik zin had in een film. Ik pikte al dan niet ter plekke een film uit het programma en begaf me vervolgens naar de zaal. Meestal stapte ik op die manier mee van de eerste binnen en nam een plek in die me OK leek. Indien de plek later, wanneer er meer volk binnenkwam, niet meer zo aangenaam bleek te zijn verplaatste ik me naar elders in de zaal tot ik goed zat.
Met het Metropolis systeem is ook deze 'pret' er af.
Een nadeel is dat indien de zitplaats je niet (meer) aan staat je niet zomaar kan verhuizen. Vaste plaatsten zijn vaste plaatsen. De kans dat je zomaar kan verwisselen is klein.
Pech dus voor iedereen die zoals ik vrij onverdraagzaam is ten opzichte van stinkende/hinderlijke/lawaaierige/domme/joelende/spelende/te hoge new-wave kapsels dragende mensen in bioscoopzalen. Ik kijk graag naar een film zonder al de hinderlijke dingen van andere mensen te moeten aanhoren of meemaken met andere zintuiglijke waarnemingen.
In't kort: onze vrijheid is dus helemaal weg bij Kinepolis.
Als in een entertainmentversie van een concentratiekamp moet je je maar tevreden stellen met de plek die je hebt vastgekregen via hun Visa-kaart computersysteem. (Privacy?)
Je kiest ten slotte zelf een nummer (wat een excuus) en daar moet je dan maar tevreden mee zijn. Men verkoopt een stoelnummer, maar geen echte zitplaats in feite. Staat die plek je niet aan? Dan heb je pech. Want er zijn waarschijnlijk andere mensen die alle andere plekken hebben ingenomen, pardon gereserveerd.
Het gevolg is uiteraard dat ik deze reservatie-oorden niet meer bezoek. Ik roep iedere filmliefhebber op hetzelfde te doen.
Ik word graag als een klant behandeld. Als een persoon die naar een film komt kijken in ruil voor 5 tot 8 euro.
Ik wil bijgevolg, net zoals voorheen, zèlf beslissen waar ik wel of niet ga zitten. Ik wil zelf beslissen wanneer ik opsta en me op een rij verderop een plek zoek, om welke reden dan ook.
Het is toch al te gek dat je in een LEGE zaal binnenkomt en moet gaan zitten waar de tot net voor de vertoning ongereserveerde plekken vrij waren, terwijl de mensen die vaak te laat binnen komen wanneer de film al begonnen is lekker op de beste plekken gaan zitten. Walgelijk.
Men geeft hier de illusie van vrije keuze, waar men beweert van 'Ja mijnheer, maar u kiest toch zèlf op welke plek u wilt zitten bij de reservatie?' (Een pertinente leugen aangezien je niet op voorhand weet of die zetel wel een goede zetel is, en of het volk dat eromheen komt zitten je niet totaal het bloed van onder de nagels haalt qua ergernis).
Men neemt de spontaniteit uit een bioscoopbezoek weg. Aangezien niemand graag op een slechte plek zit zullen mensen eerder geneigd zijn nog meer gepland naar een film te gaan zien in plaats van in een spontane impuls. Dit laatstse is duidelijk de bedoeling van de cinemazalen, ze merken dat er een bepaald publiek vaste klant is (de mensen die te oud/stom/correct zijn om te downloaden? :) en die mensen willen ze vooral ter wille zijn. Dat er ook een cinefiel publiek is dat niet per sé naar elke kaskraker komt kijken en deze liefst weken op voorhand reserveert is hen totaal voorbijgegaan. Je kunt dat ook zien aan de soort titels die men speelt bij Kinepolis.
Dat is net waar het'm wringt bij mij. ALLES wordt gepland... alles wordt aangepast naar de mensen die lekker lang op voorhand alles organiseren, bespreken en vooral niets aan het toeval over willen laten. De time-planners, time-coachers en To-do-list mensen die zelfs een spontaan dinertje en bioscoop bezoek laten regelen door e-mails, dayplanners en andere rotzooi.
Akkoord dat je bepaalde dingen beter op voorhand uitstippelt, zoals een reis naar Borneo of een bezoek aan een toprestaurant. Er zijn nu eenmaal dingen waar een wachtlijst voor nodig is.
Maar ook de gewone dagdagelijkse dingen als een eenvoudig restaurantje of een cinema worden ons voorgeschoteld als iets enorm exclusiefs waar je best voor reserveert omdat hun product o-zo meerwaardig is.
Pure onzin, straks moeten we nog op een website van een café of taverne gaan reserveren wanneer we aan de toog een pint willen drinken. Dan krijgen we een webinterface met daarop de aanwezige krukken en zitplaatsen en moeten we aanduiden hoeveel we gaan drinken, wat we gaan eten daarna en welk barmeisje we het liefst voor onze neus zouden hebben, en vooral hoe lang we plannen in de bar te blijven!?
Ik zal vanzelfsprekend geen voet meer binnenzetten in bioscopen van de Kinepolis-groep zolang men dit onspontaan systeem in voege laat.
Daarbij, de stoelen en het geluid zijn van zulke lage kwaliteit (dat men daar maar eerst wat aan doet ipv stomme systemen uit te vinden, eh... aan te kopen). Ik ga dus in ieder geval al liever thuis een film bekijken dan tussen een hoop losgeslagen Nederlanders of randgemeenteboeren die weken op voorhand een ticket reserveren om lekker in't midden te zitten... Het zal er trouwens gezellig zijn denk ik daar in't midden van die zalen.
Moge de colabekers eeuwig uitgedronken worden door de meest luidruchtige rietjeszuigers en de chipsverpakking lekker knisperen tijdens de spannende momenten, voor mij hoeft het echt niet meer, de smak- en slurpgeluiden, de domme vragen en opmerkingen, de GSM'ers, het geroep, de stank, de reservaties... plan het maar voor een ander doelpubliek want mij zie je niet meer.
meningen, losse schrijfsels en verhalen, commentaar op de actualiteit, observaties in Vlaanderen | http://enzovoorts.in
donderdag, juli 26, 2007
zondag, juli 15, 2007
de warmte
Een kleine persoonlijke blogpost maar eens een keer. Af en toe moet het kunnen nietwaar?
Het maakt met niet uit hoezeer mensen ook liggen te genieten van allerlei zonnen. De winterzon, de zomerzon, de terrasjesweer-zon, de kustzon, de zonsondergang, de bakken-en-braden zon en de gezien-op-VTM zon. De zon is er nu eenmaal, en zolang dat ding niet al te opwarmend is vind ik het best fijn. De zomer op zich is voor mij niet aangenaam, ik heb namelijk hooikoorts, allerhande allergiën voor gevolgelte, honden, runderen en grassen. Niet alleen maakt het me loom om telkens enkele pillen te moeten slikken hiertegen, het maakt me ook totaal onenthousisast om buiten te komen. Alles plakt van het zweet, mensen stinken en wandelen rond alsof ze de wereld aan hun reet hebben hangen.
Vooral de eeuwige barbeques vind ik vreselijk. Telkens als een stomme oen op een tuinstoel moeten zitten wachten tot je fucking vlees klaar is gemaakt. Het is te zwartgeblakerd, te rauw of nog bevroren vanbinnen. Trouwens, alles smaakt toch naar houtskool op zo'n ding. Je zit dan te barsten van de hitte in een of andere tuin vol ongedierte, wespen en onkruid. Om dan wanneer het boeltje afgelopen is meestal zat weer terug naar huis te moeten geraken.
Ik vind er niks aan; het per sé moeten buiten komen omdat buiten de zon schijnt. Nog veel erger is het om alléén te moeten buiten gaan rondhossen. Je bent dan al een alleenstaande pariah in deze vrolijke hebzucht maatschappij, en dan begeef je je naar een of andere schaduwplek om een boek te lezen, en dan bekijken ze je alsof je net een buitenaards ruimtetuig hebt verlaten.
Ik voel me vaker en vaker bekeken. Gewoon omdat ik er niet bijloop als de opgepompte piekjes-haar jongeren of de afgeborstelde 'alles-ok' douchebag-types... allemaal vrolijke mensen, tollerant, bijdehand en winstgevend.
Ik lees verder en wacht tot het winter wordt. Of tot er iemand opdaagt die me niet als een stront behandelt; want ja dat gebeurd. Zoals het meisje dat ik wilde bezoeken in het ziekenhuis vorige week. Het gaat er niet goed mee, dus ik dacht van haar een bezoekje te brengen en eventueel wat op te vrolijken. Maar ik werd behandeld alsof ik niet mocht langstkomen. Ik begrijp het niet.
Ik werk, rijd en wandel rond, tussen de mensen. Ik kijk, koop en kauw op voedsel. Toch hoor ik er niet bij. Ik ben niet één van jullie, ...
Het maakt met niet uit hoezeer mensen ook liggen te genieten van allerlei zonnen. De winterzon, de zomerzon, de terrasjesweer-zon, de kustzon, de zonsondergang, de bakken-en-braden zon en de gezien-op-VTM zon. De zon is er nu eenmaal, en zolang dat ding niet al te opwarmend is vind ik het best fijn. De zomer op zich is voor mij niet aangenaam, ik heb namelijk hooikoorts, allerhande allergiën voor gevolgelte, honden, runderen en grassen. Niet alleen maakt het me loom om telkens enkele pillen te moeten slikken hiertegen, het maakt me ook totaal onenthousisast om buiten te komen. Alles plakt van het zweet, mensen stinken en wandelen rond alsof ze de wereld aan hun reet hebben hangen.
Vooral de eeuwige barbeques vind ik vreselijk. Telkens als een stomme oen op een tuinstoel moeten zitten wachten tot je fucking vlees klaar is gemaakt. Het is te zwartgeblakerd, te rauw of nog bevroren vanbinnen. Trouwens, alles smaakt toch naar houtskool op zo'n ding. Je zit dan te barsten van de hitte in een of andere tuin vol ongedierte, wespen en onkruid. Om dan wanneer het boeltje afgelopen is meestal zat weer terug naar huis te moeten geraken.
Ik vind er niks aan; het per sé moeten buiten komen omdat buiten de zon schijnt. Nog veel erger is het om alléén te moeten buiten gaan rondhossen. Je bent dan al een alleenstaande pariah in deze vrolijke hebzucht maatschappij, en dan begeef je je naar een of andere schaduwplek om een boek te lezen, en dan bekijken ze je alsof je net een buitenaards ruimtetuig hebt verlaten.
Ik voel me vaker en vaker bekeken. Gewoon omdat ik er niet bijloop als de opgepompte piekjes-haar jongeren of de afgeborstelde 'alles-ok' douchebag-types... allemaal vrolijke mensen, tollerant, bijdehand en winstgevend.
Ik lees verder en wacht tot het winter wordt. Of tot er iemand opdaagt die me niet als een stront behandelt; want ja dat gebeurd. Zoals het meisje dat ik wilde bezoeken in het ziekenhuis vorige week. Het gaat er niet goed mee, dus ik dacht van haar een bezoekje te brengen en eventueel wat op te vrolijken. Maar ik werd behandeld alsof ik niet mocht langstkomen. Ik begrijp het niet.
Ik werk, rijd en wandel rond, tussen de mensen. Ik kijk, koop en kauw op voedsel. Toch hoor ik er niet bij. Ik ben niet één van jullie, ...
zaterdag, juli 14, 2007
Vlaggetje in de lucht
Het is waarschijnlijk symbolisch, het dragen van gele balonnen met de opdruk van een leeuw, met in die ballon veel lucht.
Ik liep over de Groenplaats (of wat daar van overblijft na enkele generaties socialistische corruptie) en zag dat de 11-juli gekte weer op volle toeren draaide. Dezelfde artiesten, diezelfde vlaggen en het bijbehorende verstarde sfeertje. Het ons-sfeertje waarbij allerlei organisaties zich moeten bewijzen om de aan hen toegewezen dag nut te geven. Alles moet ingevuld worden, net als de vitrines met paaseieren of een met hartjes gevulde bakker op Valentijn. Want hun dag, moet hun dag zijn en blijven.
De fiere Vlamingen waren nochthans nergens te bespeuren (tenzij op het podium). Ik liep even haastig door een rij kraampjes. Men verkocht er uitheemse noten, Amerikaanse hoeden, Indische sjaaltjes, hamburgers, hot-dogs,... Waar is de stoofcarbonade? De paling-in't-Groen of Karakollenkraam? Nergens te bespeuren natuurlijk. Wanneer ik even later met een vriendin naar een kraam met ijsjes ging werd me echter duidelijk waarom.
Voor ons stond een ouder koppel, Hollanders. Ze bestelden twee ijsjes, elks 4 euro. We wandelden weg met de woorden 'Dat kunnen ze me ôllanders flikke mor ni me moa'.
Eens je erop begint te letten is het helemaal erg; de hele zone rond de Grote Markt en Groenplaats was compleet ingenomen door Nederlanders. Velen onder hen hielden een ballon of vlaggetje vast met een Vlaamse leeuw erop. Het grappige is dat deze mensen gewoon even een dagje uit komen nemen in Antwerpen, dan toevallig op een zogenaamde feestdag binnen komen vallen en dan het 'leuk' vinden om mee op te gaan in het feestgedruis. Als een extra attractie die mee in de prijs begrepen zit. Ik zeg het nogmaals: Onze stad is niets meer geworden dan een natte droom voor project-ontwikkelaars en een surrogaat Disneyland voor toeristen.
Ik heb die dag dus nauwelijke Antwerps horen praten, ... het is des te schrijnender om dan de holle lege doos te zien op het podium. Waar men men dezelfde oude Raymond-nummers laat brengen door aftandse soap-acteurs of een over het paard getilt notalent als Andrea Cronenberghs. In het publiek staan dan enkele winkelbediendes uit te buurt die hun rook-pauze nemen, een schare toeristen die niet eens weten wat er aan de hand is en dan een stuk of wat bejaarden die eens met hun hond komen wandelen.
Vlaanderen feest zou men best veranderen in Vlaanderen Veest, want het is niet meer dan een stinkende scheet in een fles als ge't mij vraagt.
Ik liep over de Groenplaats (of wat daar van overblijft na enkele generaties socialistische corruptie) en zag dat de 11-juli gekte weer op volle toeren draaide. Dezelfde artiesten, diezelfde vlaggen en het bijbehorende verstarde sfeertje. Het ons-sfeertje waarbij allerlei organisaties zich moeten bewijzen om de aan hen toegewezen dag nut te geven. Alles moet ingevuld worden, net als de vitrines met paaseieren of een met hartjes gevulde bakker op Valentijn. Want hun dag, moet hun dag zijn en blijven.
De fiere Vlamingen waren nochthans nergens te bespeuren (tenzij op het podium). Ik liep even haastig door een rij kraampjes. Men verkocht er uitheemse noten, Amerikaanse hoeden, Indische sjaaltjes, hamburgers, hot-dogs,... Waar is de stoofcarbonade? De paling-in't-Groen of Karakollenkraam? Nergens te bespeuren natuurlijk. Wanneer ik even later met een vriendin naar een kraam met ijsjes ging werd me echter duidelijk waarom.
Voor ons stond een ouder koppel, Hollanders. Ze bestelden twee ijsjes, elks 4 euro. We wandelden weg met de woorden 'Dat kunnen ze me ôllanders flikke mor ni me moa'.
Eens je erop begint te letten is het helemaal erg; de hele zone rond de Grote Markt en Groenplaats was compleet ingenomen door Nederlanders. Velen onder hen hielden een ballon of vlaggetje vast met een Vlaamse leeuw erop. Het grappige is dat deze mensen gewoon even een dagje uit komen nemen in Antwerpen, dan toevallig op een zogenaamde feestdag binnen komen vallen en dan het 'leuk' vinden om mee op te gaan in het feestgedruis. Als een extra attractie die mee in de prijs begrepen zit. Ik zeg het nogmaals: Onze stad is niets meer geworden dan een natte droom voor project-ontwikkelaars en een surrogaat Disneyland voor toeristen.
Ik heb die dag dus nauwelijke Antwerps horen praten, ... het is des te schrijnender om dan de holle lege doos te zien op het podium. Waar men men dezelfde oude Raymond-nummers laat brengen door aftandse soap-acteurs of een over het paard getilt notalent als Andrea Cronenberghs. In het publiek staan dan enkele winkelbediendes uit te buurt die hun rook-pauze nemen, een schare toeristen die niet eens weten wat er aan de hand is en dan een stuk of wat bejaarden die eens met hun hond komen wandelen.
Vlaanderen feest zou men best veranderen in Vlaanderen Veest, want het is niet meer dan een stinkende scheet in een fles als ge't mij vraagt.
dinsdag, juli 03, 2007
Perceptie
Ik heb het niet zo begrepen op de trend die hier en daar de kop op steekt in de werksfeer. Vooral in 'moderne' bedrijven, wat dat dan ook moge zijn, is het tegenwoordig een trend om voor perceptie te gaan.
Perceptie is vaak belangrijker dan echte prestaties.
Ik verklaar me nader:
Iemand die laat ons zeggen 2 muren schildert elke dag en daar dan over opschept.
Erover rondbelt over hoe zwaar het werk wel niet was en vooral begint te lullen over soorten verf en allerlei andere dingen die er niet meteen toe doen. Deze krijgt een perceptiewaarde mee die hoger is dan de persoon die laat ons zeggen 8 muren schildert, zijn kop houdt en gewoon na het beïndigen van zijn taak naar huis gaat.
Deze laatste persoon heeft een zogenaamd communicatieprobleem, die wil het spelletje niet meespelen, of heeft een andere persoonlijkheid dan de eerste. Die persoon zal, volgens de inschatting bij vele managers wel niet veel werken, aangezien hij zich niet vaak laat horen.
Of het nu gaat over brood bakken, iets verkopen in een winkel of werken in een technologie bedrijf, het principe blijft meestal hetzelfde: wie veel lawaai maakt over zichzelf. Zich als het ware als een eigen marketing-departement doorheen de firma begeeft, zichzelf bewierrokend met allerei ideeën en opmerkingen (meestal nog gepikt van een ander ook), die mensen lopen in de kijker. En vermits ze in de kijker lopen scoren ze danook makkelijk bij het soort managers die zelf ook niet veel werken, denken of willen weten. Bij het soort mensen waar het inderdaad allemaal om de perceptie draait.
Ik heb hier een fundamenteel probleem mee aangezien ik op elke firma waar ik werkzaam was dezelfde soort mentaliteit ontwaar. Alleen wordt het erger en erger. Niet moeilijk, de nieuwe mensen die deze bedrijven binnenstapen komen uit een onderwijssysteem waar men 'erbij horen' en 'meedoen' hoog in het vaandel voert, waar het er vooral om draait niet positief of negatief op te vallen en genoeg puntjes te scoren op de door de leerkrachten en docenten voorziene manieren.
Deze manier van werken sijpelt stilaan door in de bedrijfswereld, waar het er meer en meer op aankomt jezelf te verkopen. Op zichzelf is hier niets verkeerd mee uiteraard: wanneer je iets hebt gepresteerd mag dat opgemerkt worden. Jezelf verkopen hoort er nu eenmaal bij, vanaf het eerste sollicitatiegesprek. Waar het echter foutloopt is het ongebreidelde, ongeverifiëerde lucht blazen.
Een schilder kan indien gewenst gecontrolleerd worden, het volstaat als baas naar de plek te gaan kijken en het aantal geschilderde muren te tellen om iemands prestatie te meten.
In veel bedrijven is dit soort controle echter onbestaande. Daar gaat men af op uiterlijkheden, gebabbel en rapportjes. Daar sluipt het dus binnen.
Ik begrijp dit allemaal niet eerlijk gezegd. Is er dan zo weinig ruggegraat en spirit aanwezig in onze bedrijven dat men blindeling afgaat op iemands percetie naar anderen toe? Men heeft blijkbaar liever iemand die een masker opzet, altijd lacht, altijd met de duimen omhoog staat en alles fijn vindt, en ondertussen alle aandacht naar zich toetrekt, andere mensen lastig valt op het werk om vervolgens luchtbellen te blazen, meestal met zichzelf als onderwerp, held en redder van de firma. Wat verderop zitten dan de mensen te werken die gewoon hun job willen doen, en daarna naar huis gaan. Is daar op zich iets mis mee dan? Waarom heeft men zo graag van die acteurs, van die 'posers'? Op langere termijn ben je toch helemaal niets met zulke luchtzakken?
Ik vraag het me gewoon af.
Perceptie is vaak belangrijker dan echte prestaties.
Ik verklaar me nader:
Iemand die laat ons zeggen 2 muren schildert elke dag en daar dan over opschept.
Erover rondbelt over hoe zwaar het werk wel niet was en vooral begint te lullen over soorten verf en allerlei andere dingen die er niet meteen toe doen. Deze krijgt een perceptiewaarde mee die hoger is dan de persoon die laat ons zeggen 8 muren schildert, zijn kop houdt en gewoon na het beïndigen van zijn taak naar huis gaat.
Deze laatste persoon heeft een zogenaamd communicatieprobleem, die wil het spelletje niet meespelen, of heeft een andere persoonlijkheid dan de eerste. Die persoon zal, volgens de inschatting bij vele managers wel niet veel werken, aangezien hij zich niet vaak laat horen.
Of het nu gaat over brood bakken, iets verkopen in een winkel of werken in een technologie bedrijf, het principe blijft meestal hetzelfde: wie veel lawaai maakt over zichzelf. Zich als het ware als een eigen marketing-departement doorheen de firma begeeft, zichzelf bewierrokend met allerei ideeën en opmerkingen (meestal nog gepikt van een ander ook), die mensen lopen in de kijker. En vermits ze in de kijker lopen scoren ze danook makkelijk bij het soort managers die zelf ook niet veel werken, denken of willen weten. Bij het soort mensen waar het inderdaad allemaal om de perceptie draait.
Ik heb hier een fundamenteel probleem mee aangezien ik op elke firma waar ik werkzaam was dezelfde soort mentaliteit ontwaar. Alleen wordt het erger en erger. Niet moeilijk, de nieuwe mensen die deze bedrijven binnenstapen komen uit een onderwijssysteem waar men 'erbij horen' en 'meedoen' hoog in het vaandel voert, waar het er vooral om draait niet positief of negatief op te vallen en genoeg puntjes te scoren op de door de leerkrachten en docenten voorziene manieren.
Deze manier van werken sijpelt stilaan door in de bedrijfswereld, waar het er meer en meer op aankomt jezelf te verkopen. Op zichzelf is hier niets verkeerd mee uiteraard: wanneer je iets hebt gepresteerd mag dat opgemerkt worden. Jezelf verkopen hoort er nu eenmaal bij, vanaf het eerste sollicitatiegesprek. Waar het echter foutloopt is het ongebreidelde, ongeverifiëerde lucht blazen.
Een schilder kan indien gewenst gecontrolleerd worden, het volstaat als baas naar de plek te gaan kijken en het aantal geschilderde muren te tellen om iemands prestatie te meten.
In veel bedrijven is dit soort controle echter onbestaande. Daar gaat men af op uiterlijkheden, gebabbel en rapportjes. Daar sluipt het dus binnen.
Ik begrijp dit allemaal niet eerlijk gezegd. Is er dan zo weinig ruggegraat en spirit aanwezig in onze bedrijven dat men blindeling afgaat op iemands percetie naar anderen toe? Men heeft blijkbaar liever iemand die een masker opzet, altijd lacht, altijd met de duimen omhoog staat en alles fijn vindt, en ondertussen alle aandacht naar zich toetrekt, andere mensen lastig valt op het werk om vervolgens luchtbellen te blazen, meestal met zichzelf als onderwerp, held en redder van de firma. Wat verderop zitten dan de mensen te werken die gewoon hun job willen doen, en daarna naar huis gaan. Is daar op zich iets mis mee dan? Waarom heeft men zo graag van die acteurs, van die 'posers'? Op langere termijn ben je toch helemaal niets met zulke luchtzakken?
Ik vraag het me gewoon af.
Abonneren op:
Posts (Atom)