Zonnestralen hebben een rare invloed op automobilisten. Ze zorgen ervoor dat de anders zo voorzichtige jongen, de frisse verschijningen op het werk en den oude gesapige dikkerd veranderen in lusteloze, rusteloze, nijdige wegmaniakken. Mensen, nog nauwelijks verwant met hun voorvaderen, die wars van alle verkeersregels over de wegen razen. De zoektocht naar het niets, de pot met goud aan de horizon, daar waar die regenboog ooit stond. En je ben niet blij, wanneer je als rasechte nachtmens en winterliefhebber je tussen deze roedel ongelikte dolle herten moet begeven.
De redenen hiervoor blijven me volstrekt onduidelijk. Er is niet meer haast bij alles wat die mensen doen omwille van de zon. Er is niet een allesomvattende haast neergedaald over de wereld samen met enkele graden temperatuursstijging. Het kan niet anders zijn dan dat er bij het verschijnen van de eeste zon een soort van DNA-aanpassing gebeurd bij bepaalde mensen. Opeens veranderen ze in een lichtjes gemodificiëerd ras mensen, waarbij de hoofddoelen opeens het SNEL zijn wordt. Misschien ben ik wel stom, en moet ik meedoen. Misschien krijg je aan het einde van zo'n haastige zonnige dag een beloning.
Ik ga naar't stad, met de tram, ... rondwandelen met m'n walkman. Morgen de secret mission to anywhere. En zondag bereid ik me voor op een helse week.
Ik moet opeens aan Willy Sommers denken,... had die zo geen nummers over de zomer vooralleer hij definitief verdween in het zwarte gat waar zoveel BV's in terecht gekomen zijn na de Vlaamse Zang-bubble? haha De geschiedenis heeft altijd gelijk... mensen die naar Vlaamse zangers keken op vtm waren fout, toen, nu en altijd :)
Ik heb net spirelli's gegeten en ik denk dat ik er nu de helft van ga uitkotsen.
Gekte allom... ik ben weer daar waar ik moet zijn ... op de top van m'n kunnen, een laagje energie zonder vorm, en ik mis B. ... maar niet voor lang meer want ze komt terug. En ik ga waarschijnlijk ongelukkig zijn of superblij wanneer ik haar weer zie en kan vertellen over m'n avonturen en hoor over de hare.
buurt.
Er stond een man in de straat
en die keek weer naar beneden.
Wat je bij had en droeg, wat je momepelde
tegen jezelf in de regen.
Je wagen kent hij al, de inhoud van je tas nog niet
en hij kijkt tot je verwijnt.
Even later kijk ik naar beneden,
en ik zie de man op z'n balkon.
Hij kijkt naar me op en wuift naar me.
en ik wuif terug en weet niet waarom
Wanneer ik ook daar ben, buiten of hier.
De man staat daar steeds, en heeft geen gezicht.
Z'n ogen zijn de buurt, z'n oren zijn groot.
Hij kijkt veel tv, van waar ik ook sta.
Ik wuif niet meer terug, en gaap hem niet na.
De man zal wel sterven, en leven komt terug.
M'n buurt zit vol leven en spanning en vuur.
m. 0104005
Geen opmerkingen:
Een reactie posten